Vertrekkend projectleider Maarten van Dongen: ‘Ik organiseer toeval’
1 september 2023 | Bijna vier jaar na de start van circulair ambachtsnetwerk WaardeRing vertrekt inspirerend en bevlogen projectleider Maarten van Dongen. Hij wordt gemeenteadviseur bij Circulus. ‘Ik moet in beweging blijven’, verklaart hij zijn vertrek. Tijd om de WaardeRing-fase in zijn leven op te tekenen.
Vier jaar geleden kreeg Maarten, projectleider circulaire economie bij Natuur en Milieu Overijssel, een telefoontje van Hubald van Ark, die zich bij de gemeente Zwolle bezighield met de circulaire economie. ‘Ik was sikkeneurig aan het herstellen van een hernia, maar werd in één keer wakker. Hubald vroeg namelijk of ik binnen zes weken een projectplan voor een circulair ambachtscentrum kon schrijven. Dat op verzoek van de directeur van Kringloop Zwolle en Noggus&Noggus, ene Wilma Voortman, die samen met de gemeente mee wilde doen aan een prijsvraag die Rijkswaterstaat op dit gebied had uitgeschreven. Nou, dat wilde ik wel. Met wat hulp van mijn vrouw Annemieke, die communicatiedeskundige is , konden we ons projectplan ‘Circulair Ambachtscentrum naar Zwols model’ op tijd insturen. Het werd als één van de tien plannen beloond met de prijs: een geldbedrag waarmee we konden starten.’
‘We konden meteen aan de slag’
‘Het was een goed plan’, verklaart Maarten het succes. ‘In de interactie tussen Wilma en mij ontstond al snel het idee voor een netwerk, geen centrum op één locatie. Met mijn achtergrond als planoloog weet ik precies wat er gaat gebeuren als je je gaat focussen op een locatie. Dan gaat het de eerste vijf jaar alleen maar over businesscases, vergunningen en bestemmingsplannen. Nu konden we direct beginnen en samenwerken. Wilma had al een aantal enthousiaste partners bereid gevonden om mee te doen. Het klikte. Partners met hetzelfde enthousiasme, dezelfde energie en dezelfde drive vanuit zowel de materialen als de mensen. In ons plan konden we alle vereiste elementen van een circulair ambachtscentrum aantonen. We hadden zelfs al concrete voorbeelden met het cd-project en de Schatkamer in Ommen, een droom die we ook in Zwolle wilden laten landen. Zowel onderwijs als ondernemers en kennisinstellingen waren al betrokken. We gingen met dertien partners direct aan de slag, het was gaaf.’
‘Die mensen moeten met elkaar in gesprek’
‘Wat ik doe is het organiseren van toeval’, legt Maarten uit. ‘Ik hoor hier eens wat, ik vang daar eens wat op, en dan denk ik: die mensen moeten eens even met elkaar praten. En dat organiseer ik dan. Zo kwam ook het reparatieoverleg tot stand, met ROVA, kringloop Zwolle, Cibap, Deltion, Sterk Techniekonderwijs Zwolle en Liedewij de Graaf van CircuLeren. Die laatste was al met TalentStad Beroepscollege bezig om reparatie als vak in het curriculum van het vmbo te laten landen. Deltion was met Windesheim en Sterk Techniekonderwijs Zwolle aan het nadenken over de organisatie van het Makersfestival dat voor de tweede keer zou plaatsvinden. Op dit festival maken jongeren kennis met techniek en duurzaamheid. Ter plekke ontstond het idee om deze keer kinderen geen nieuwe, kant en klare drone-bouwpakketjes uit China in elkaar te laten zetten, maar bouwpakketjes gemaakt van restmaterialen. Bouwpakketjes ontworpen door Cibap-studenten, door Deltion-studenten technisch doorontwikkeld, en door het arbeidstrainingscentrum van Thorbecke geproduceerd. Pakketjes waarmee de honderden deelnemende kinderen aan de slag konden. Het had eigenlijk niets met reparatie te maken, maar het werd een geweldig succes!’
‘Inclusiviteit en circulariteit gaan hand in hand’
‘WaardeRing heeft mij veel gebracht’, stelt Maarten. ‘Circulaire economie wordt doorgaans heel technisch benaderd, dat is het gangbare beeld. Maar het gaat veel meer om een sociaal-culturele transitie. Inclusiviteit en circulariteit gaan hand in hand. Tot dat inzicht ben ik de afgelopen jaren steeds meer gekomen. Als je circulariteit een plek wilt geven, als je grondstoffen wil hergebruiken, is er heel veel ruimte voor praktisch geschoolde arbeid. En dat is nu juist de categorie arbeid, handige handen aan het werk, waar in Nederland een heel groot tekort aan lijkt. Lijkt: want juist bij mensen die moeilijk aan regulier werk komen, liggen op dat gebied heel veel kwaliteiten. Die mensen zijn echter niet goed zichtbaar, omdat ze in een hokje worden gezet: “Niet geschikt”. Daardoor worden hun bijzondere talenten niet ontdekt, niet herkend en niet erkend. Terwijl daar juist een gigantisch onontgonnen arbeidspotentieel ligt. Mensen die een grote hoeveelheid belangrijk werk kunnen doen, waardoor tegelijkertijd hun eigenwaarde een belangrijke boost krijgt. En dat begint al op school.’
‘Kringloop moet structureel onderdeel zijn van het hele afvalontzorgingscircus’
‘In de transitie naar een circulaire economie bouw je eigenlijk aan de veerkracht van de lokale gemeenschap’, gaat Maarten verder. ‘Waarin je lokaal en regionaal beschikbare grondstoffen lokaal en regionaal benut, en waarin je lokaal en regionaal de talenten van mensen naar waarde weet te schatten en te benutten. Mensen met welke beperking dan ook, moeten weer onderdeel worden van de lokale maatschappij en niet worden weggestopt in een instelling of klaslokaal ergens buiten het zicht van de “gewone” maatschappij. Een ander inzicht dat ik door WaardeRing heb gekregen is dat als je wilt werken aan een circulaire economie, je vooral moet zorgen dat er minder afval ontstaat. Dat betekent dat, naast het anders ontwerpen en produceren van spullen, het kringloopbedrijf gewoon onderdeel moet zijn van het hele afvalontzorgingscircus. Dat is de enige manier om dat bakje aan het einde niet vol te laten lopen, namelijk zorgen dat spullen en materialen hergebruikt worden voordat die afval worden. We hebben een heel netwerk in Nederland dat daar enorm goed in is: benut dat dan ook.’
‘Wat is het duurzame handelingsperspectief van de inwoners?’
Maarten komt helemaal op dreef. ‘Ik kijk ook anders naar de manier waarop overheden zich moeten buigen over het circulaire vraagstuk. Er wordt van alles gesteld: gij zult zich als inwoner anders gedragen, gij zult minder zooi kopen, de spullen naar de kringloop brengen en het afval in het goede bakje gooien. Dan moet ik denken aan de tekst die Stef Bos ooit schreef en waarvan één zin me is bijgebleven: “Je moet van twee kanten komen om elkaar te ontmoeten”. Er wordt heel weinig nagedacht over de vraag wat nou eigenlijk het handelingsperspectief is van de inwoners. Welke mogelijkheden hebben ze om zich daadwerkelijk duurzaam te gedragen in een totaal ontzorgde samenleving. De overheid heeft eerst alle verantwoordelijkheid bij de mensen weggehaald. Afval is al lang niet meer van de mensen zelf. Afval is van de gemeente. Als de mensen het nu weer zelf moeten doen, weten ze niet hoe het moet en de mogelijkheden zijn er ook niet. Het gat is te groot. Je moet ze de weg weer wijzen naar de schoenmaker, naar de kringloopwinkel. En zie jij maar eens een plekje te vinden waar je iets kan laten repareren. De reparateur in het dorp is er niet meer. Er moet nagedacht worden over wat we als maatschappij nodig hebben om die circulaire economie daadwerkelijk vorm te geven. Mensen moeten in de gelegenheid worden gesteld om zelf dingen op te lossen.’
‘Allemaal dingen waar ik trots op ben’
‘Het werkt niet om van bovenaf te roepen wat er moet gebeuren’, concludeert Maarten. ‘Dat doet WaardeRing ook niet. WaardeRing toont door gewoon te doen aan hoe het óók kan. Met de Schatkamer. Met de Kerst Pop-Up. Mooie dingen waar ik trots op ben. Evenals de ontwikkeling die TIB heeft doorgemaakt, Thorbecke, de Twijn, TalentStad in Bedrijf. Dat is echt mogelijk gemaakt door WaardeRing. Het samenwerken van de praktijkscholen en voortgezet speciaal onderwijs, het delen van de faciliteiten, het uitzetten van de vele structurele groepsstages waardoor je de kinderen echt in contact met de maatschappij kan laten leren. Van te voren bedenk je dat niet allemaal, maar dat ontstaat door te doen. Met als resultaat een netwerk dat echt van betekenis in Nederland. Mensen weten WaardeRing te vinden, zoeken ons op in de samenwerking. Organisaties vragen nu aan ons of ze partner kunnen worden. Dat is mooi om te zien: vanuit het doen ontstaan er nieuwe partnerschappen.’ Hij is op veel meer dingen trots. ‘Het filmpje van de Deltion-studenten dat de reis van cd naar kaarsenhouder heel kort en krachtig laat zien. De reis die symbool staat voor alles wat we daarna met kunststof zijn gaan doen. Het dekbedden-project, zowel dons als synthetisch, wie had dat ooit gedacht. En wat ik heel erg gaaf en ook heel belangrijk vind, is de rol van de ambachtelijke makers. Allemaal lokale ondernemers die daadwerkelijk laten zien wat voor mooie dingen je met restmateriaal kan doen. Zij wijzen de weg naar de circulaire economie.’
‘Iedereen krijgt een balletje’
‘WaardeRing gaat over kansen voor mensen en materialen en daarbij is het uitgangspunt dat je elkaar wat gunt. Dat is heel belangrijk’, vertelt Maarten. ‘Wilco Wezenberg van TIB kan het zo mooi verwoorden: “Mijn opa zei altijd: het is als een pannetje met soep; iedereen krijgt een balletje.” Alle WaardeRing-partners zijn intrinsiek gemotiveerd en dat komt omdat het niet om de winst draait. Het is veilig om bij WaardeRing in te stappen. Er wordt niet direct opbrengst of resultaat gevraagd. Dat maakt dat mensen los kunnen komen van het idee dat het morgen iets moet opleveren. Daardoor kunnen ze gewoon op basis van motivatie beginnen en uitproberen. Vanuit het idee: dit kan gaaf worden, dit is leuk. Maar daarvoor is het wel nodig dat je een bepaalde vorm van organisatie hebt, die kan maken dat mensen bij elkaar komen. Door het kleine beetje smeerolie dat wij vanuit NMO en de deelnemende gemeenten kunnen leveren kan het netwerk in beweging blijven. En dat is dus wat wij doen. Mensen bij elkaar brengen, toeval organiseren.’
‘Hoezo een dood paard’
‘Kijk, mensen zeggen wel eens: maak een lijst met spullen die veel bij de kringloop binnenkomen en biedt die aan ondernemers aan’, legt Maarten uit. ‘Maar zo werkt het niet. Als je zegt dat je veel Curverboxen, bedlatten of cd-schijfjes in de aanbieding hebt, dan staat er geen enkele ondernemer op die zegt: doe mij dat maar. Totdat je met een aantal personen om tafel gaat en er een zinvolle uitwisseling ontstaat. Zo van: o, maar als je met die materialen dit en dit kunt doen, dan kan ik er wel wat mee, mits ik dat en dat er nog bij kan vinden. Dan is er altijd wel iemand die dat of zelf kan leveren, of nog wel iemand weet. Dat blijkt binnen WaardeRing steeds weer te werken.’ Soms is het trekken aan een dood paard. ‘Dat gevoel had ik eerst met de jewelcases, die cd-hoesjes. Daar móeten we toch wat mee kunnen, dacht ik. En dat is uiteindelijk ook gelukt. Een ander gigantisch dood paard is het synthetische dekbed. Maar ook daar blijken mogelijkheden: Ducky Dons is een machine aan het ontwikkelen die het tijk van het synthetische materiaal kan scheiden. Kijk, een paard is pas echt dood als er helemaal geen leven meer inzit. Ik wil dat eerst wel eens goed uitzoeken. Hoezo een dood paard. Er zijn honderden dingen die ineens weer gaan leven na een tijdje. Neem de plafonds van bedlatten. Heel gaaf idee, er zijn er honderden van gemaakt, maar dan is de energie er ineens uit. Totdat iemand ze ineens weer herontdekt, die bedlatten. Er is altijd wel weer een ondernemer of een school die er wat mee gaat proberen. De bedlat blijft een soort WaardeRing-gimmick. Kijk, het verdienmodel zit bij de ondernemers. Op het moment als zij iets zien, moeten ze zelfstandig kunnen besluiten of ze ermee verder gaan of ermee stoppen om wat voor reden dan ook. Er zijn ook circulaire ambachtcentra die zelf dingen in productie nemen, maar persoonlijk denk ik dat je het ondernemersrisico bij de ondernemers moet laten, omdat die gewoon goed zijn in ondernemen.’
Van binnenuit werken aan de circulaire economie
Ondanks de WaardeRing-bezieling en -passie vertrekt Maarten. ‘Het is vanuit mijn eigen drang om in beweging te blijven. Voor mezelf wil ik ook steeds het toeval organiseren. Bij Natuur en Milieu Overijssel werkte ik aan de buitenkant van het systeem als het ware. Daarvoor werkte ik bij een adviesbureau en stond ik ook aan de buitenkant. Altijd sta je anderen te vertellen hoe ze het moeten doen. Ik vraag me af hoe het zou zijn om van binnenuit te werken bij een organisatie van waaruit de beweging moet komen als het gaat over circulaire economie. Ook afvalbedrijven en de gemeenten moeten nog grote stappen gaan zetten. En de vraag is dan hoe je de inwoners meekrijgt. In plaats van weer een visie van de buitenkant te ontwikkelen, heb ik besloten om er nu eens in te gaan. Circulus is een mooi bedrijf, dat de combinatie maakt tussen én fysieke leefomgeving én grondstoffen én sociale domein. Natuurlijk ga ik WaardeRing missen. Maar ik heb zin in deze nieuwe stap.’
‘Directies, besturen en beleidsmakers moeten WaardeRing gaan dragen’
Voor WaardeRing voorziet hij een volgende fase, waarvoor nieuwe stappen nodig zijn. ‘Het is heel belangrijk dat WaardeRing bestuurlijke impact krijgt. Het moet ook van bestuurders worden. Van wethouders, maar ook van de directies van grote bedrijven en onderwijsinstellingen, ook van de huidige partners. Die moeten ook aan elkaar gaan vertellen waarom WaardeRing zo gaaf is. Zodat je aan de operationele kant de mogelijkheden houdt om te blijven bewegen. Organisaties zelf moeten WaardeRing gaan dragen, niet alleen enkele individuen uit die organisaties. Als die beweging gemaakt kan worden, dan kan het alleen maar nog succesvoller worden. Ik denk zeker dat dat mogelijk is. Op naar WaardeRing fase 2.0.’