6 februari 2025 | Tientallen, misschien wel honderden mensen inspireerde Anne Marie van der Veen gedurende haar carrière als circulair, ambachtelijk kleermaker, textielonderzoekster en kledinginnovator. Op haar geheel eigen, nieuwsgierige, onderzoekende en ‘KunstZinnige’ wijze baande ze zich met haar bedrijf KunstZinnig textiel, inmiddels partner van WaardeRing, haar eigen duurzame weg in de modebranche, al lang voordat de circulaire gedachte landde in de branche.
Anne Marie begon ooit haar loopbaan als mbo-docent. ‘Maar elke dag kwam ik thuis met het gevoel gefaald te hebben: het was me weer niet gelukt om 25 studenten te leren een rits in te zetten. Zo teleurstellend. Op een gegeven moment besloot ik voor mezelf te beginnen.’ Zoals bij alle stappen in haar leven dacht ze zorgvuldig na over de aanpak. ‘Kennis doorgeven vind ik heel belangrijk, dus ik besloot als zzp’er les te gaan geven. Over de naam van mijn bedrijf heb ik diep nagedacht. Ik hou van kunst en van aparte dingen, bovendien moest het zinvol zijn wat ik deed.’ De naam KunstZinnig textiel was geboren. ‘Zinnig in de zin van eigen producten ontwerpen en maken, maar ook zinnig in de manier waarop ik met materialen omga. Er is een teveel aan textiel, hoe neem je daarin je verantwoordelijkheid als onderdeel van deze beroepsgroep. Ik besloot om als privé-docent en in mijn eigen werk te laten zien hoe je bestaande materialen kunt gebruiken om iets nieuws te maken.’
Uitpuilende kasten
Het idee was geboren, de inspirerende vlam wakkerde op en werd steeds groter. ‘Ik droeg de boodschap uit, stond op beurzen en gaandeweg ontving ik allerlei afgedankte kleding. Thuis pakte ik een prachtig oud rokje van de stapel kleding die ik had gekregen en ik dacht: maar dit wil ik ook niet! Dit is kleding die iemand hoogstwaarschijnlijk nog zeer zal waarderen en nog jaren kan dragen in plaats van dat ik er de schaar in zet en daarbij weer nieuw afval creëer. Ik moet geen klare kleding hebben, maar lapjes waar mensen op uitgekeken zijn. En daarvan zijn er genoeg!’ Ze dacht aan vroeger, aan de uitgestrekte Zwolse lapjesmarkten met tientallen kramen van de Sassenstraat en het Bethlehemkerkplein tot en met het Grote Kerkplein. ‘Ik ben 62, mijn generatie is opgegroeid met zelfgemaakte kleding, die zou nog grote voorraden aan materialen hebben. Bij mijn vriendinnen puilden de kasten ook uit. Dat was materiaal dat heel goed gebruikt kon worden. Dus daar ging ik niet alleen mee werken, ik droeg het verhaal ook uit.’
Thomas a Kempis
En dat deed ze op een aansprekende manier waarmee ze de vakbladen haalde. ‘Ik heb onderzocht wat je eigenlijk in een maand nodig hebt aan kleding, met mijzelf als uitgangspunt. Ik geef les, bezoek netwerkbijeenkomsten en congressen, heb cliënten in verschillende segmenten; ik heb te maken met verschillende doelgroepen.’ De resultaten van haar onderzoek waren verbluffend. ‘Ik kwam uit op elf kledingstukken, twee paar schoenen en drie tassen die je steeds in verschillende combinaties tijdens verschillende gelegenheden kunt dragen.’ Ze liet zich fotograferen in de verschillende setjes. Van de foto’s werd een kalender gemaakt, die uiteindelijk zijn weg vond naar het Stedelijk Museum (nu ANNO Stadsmuseum Zwolle), als onderdeel van een expositie over het gedachtegoed van Thomas a Kempis, schrijver van het boek ”De navolging van Christus” en de “grootste influencer die Zwolle ooit gekend heeft” volgens ANNO. Anne Marie legt uit: ‘Thomas a Kempis zei in de vijftiende eeuw al: “Leef bewust. We mogen de aarde best wel gebruiken, maar doe het dan met wat je nodig hebt, niet meer.”’
Verantwoording nemen
‘En zo heb ik vanaf het begin altijd gezocht naar wegen om mijn verantwoordelijkheid te nemen’, vertelt Anne Marie. ‘Het is ook hoe ik opgevoed ben. Mijn ouders waren kinderen van de oorlog, mijn moeder maakte als Rotterdamse het bombardement en de hongerwinter mee en ging zorgvuldig met materialen om. Mijn vader was een nuchtere man met twee voeten in de klei, hij verbouwde onze eigen groente. Dus ik heb duurzaamheid van huis wel meegekregen. Dat vind ik belangrijk en het maakt me gelukkig. Van het maken van een nieuwe bruidsjurk word ik niet echt blij. Maar als je binnenkomt met een oude jurk van je moeder die ik passend mag maken voor jou als jonge bruid, kijk, daarvan word ik echt gelukkig.’
Project ZWOL
‘En toen kwam corona’, zegt Anne Marie. ‘Alles veranderde. Mijn modevakschool moest dicht, ik mocht geen klanten meer bezoeken en kon niet zomaar even aan materiaal komen. Wat te doen? In die tijd had ik me verdiept in de schapenwolproblematiek, erover gelezen en er boeren en herders over gesproken. Ik onderzocht hoe men er hier in de buurt mee omging, en ook in deze regio waren de boeren allang blij als ze er vanaf konden komen. De wol is veel lastiger te verwerken dan andere producten en is misschien ook minder prettig draagbaar. Daardoor is het nauwelijks verkoopbaar. Ik wist niets van schapen en hun wol, maar ik heb me erin verdiept en ben met het project ZWOL begonnen. We maken unieke producten met aloude technieken.’ Ze laat twee bijzondere tassen zien. ‘Kijk, dit zijn tassen met een verhaal. Deze zijn gemaakt van wol van schapen van Landschap Overijssel, waar we het plantaardige materiaal gewoon in hebben laten zitten. Het leer krijg ik van een meubelstoffeerder, de plankjes zijn van een oude boekenkast, maar ik haal soms ook gewoon hout uit een container. Het handgreepje is van een kastje. De riem is geweven en de wol geverfd met uienschil.’
Het Mutsenproject * -zie ook de update hieronder-
‘Vorig jaar brak blauwtong uit onder de schapen’, vertelt Anne Marie. ‘Veel dieren gingen dood, de herders draaiden dubbele diensten, met de gezonde schapen op de hei en de zieke in de stal. Met een aantal mensen heb ik het mutsenproject opgezet. We maken van de eigen wol allemaal verschillende soorten mutsen en per muts doneren we tien euro aan de schaapskudde van het Overijssels Landschap.’ Ook dit verhaal wil Anne Marie uitdragen. ‘Het plan is dat we alle mutsen, zo’n vijfentwintig, samen met de jasjes die mijn stagiaires hebben gemaakt en andere wolproducten gaan exposeren.’ Met die mutsen wil ze het verhaal vertellen over de wol, maar ook over plantaardig verven. ‘Je kunt met uienschillen verven, maar bijvoorbeeld ook met boerenwormkruid. Wede geeft ook een hele mooie, blauwe kleur. Maar daarin zit een goedje waarvan je niet wil dat het in je voeding terecht komt. Het waterschap heeft voor me onderzocht of het gevaar opleverde als je het bij het verven door de gootsteen spoelde. Daaruit bleek dat daarvan geen sprake is, als je het in beperkte mate doet. Dat vond ik fijn om te weten, ik had nu de keuze. En dat is wat ik de mensen met de expositie ook wil meegeven: je hebt bij alles wat je doet een keuze. Ja, met zo’n expositie in Zwolle zou een lang gekoesterde droom uitkomen.’
Charmant en elegant
‘Niks kan niet’, is Anne Marie’s motto. ‘Alles is mogelijk als je anders denkt, vanuit bestaande materialen. Je kunt eenheid door verscheidenheid krijgen, met bijvoorbeeld allemaal verschillende knoopjes en maffe voerinkjes. Dat leer ik mijn stagiaires ook. Je weet nooit of de boodschap bij hen landt en ze er in de toekomst echt mee gaan werken, maar ik probeer ze wel de ogen te openen.’ Aan mode doet ze niet. ‘Dan beperk je je zo. Ik werk meestal met stoffen die al heel oud zijn. Kijk, die grijze wollen jas is gemaakt van een stof die wel al vijftig jaar oud is. De rode stof is een restant van een opdracht voor kerkelijk textiel. Die band moet je schuin van draad knippen, daar heb ik een stropdas voor gebruikt. Op de grijze pelerine heb ik in het zwart de streepjescode van wol van de Zwolse Schaapskudde gemaakt. En zo proberen we alles aan elkaar te plakken op een charmante en elegante manier.’ Als finishing touch maakt ze bij elke outfit een hoofddeksel. Ze lacht. ‘Ooit, in de zestiende eeuw, bepaalde het Engelse parlement dat alle mannelijke arbeiders een pet moesten dragen om de binnenlandse wolindustrie te stimuleren. Iedereen die betrapt werd zonder pet, kreeg een boete.’ Ze kijkt peinzend naar de pet die ze in haar hand heeft. ‘Het zou toch wat zijn wanneer premier Schoof zou zeggen: “Per decreet bepaal ik nu dat iedereen een wollen hoofddeksel moet dragen.” Maar kijk, hij zegt het niet, maar daarom kan ik het zelf toch wel doen! Zo wil ik ook werken. Niet zeggen hoe een ander het moet doen, maar zelf de boodschap uitdragen.’ En dat blijft ze doen, over de wol en textiel, over duurzaam denken en doen, en over circulariteit in het algemeen. Anne Marie geeft altijd stof tot nadenken.
* 18 februari 2025 | Update Mutsenmakersproject!
Anne Marie laat weten: ‘Het genoemde Mutsenmakersproject is afgesloten. Dit project ten behoeve van de schaapskudde van het Landschap Overijssel, waar de afschuwelijke zieke Blauwtong is uitgebroken, hebben we ondersteund met donaties. Bij iedere van KunstZinnig textiel afkomstige muts hebben we een bedrag van € 10,00 gedoneerd aan het Landschap Overijssel.
Dit project had niet tot stand kunnen komen zonder de bijdrage van een heel aantal vrijwilligers die met kennis en aandacht deze mutsen hebben vervaardigd. Ook de afdeling groenvoorziening van ROVA heeft mij geholpen door te luisteren en mee te denken over mijn initiatieven rondom het plantaardig verven van wol. Het Waterschap Drents Overijsselse Delta heeft onderzoek gedaan naar de impact van het wol verven op het afvalwater. De brei-, haak-, vilt- en naaisterren hebben onderling kennis uitgewisseld; mogelijk zijn er blijvende contacten ontstaan.
In ieder geval heeft het ons allemaal veel plezier opgeleverd om deze mutsen te maken. Ze blijven nog even in het bezit van KunstZinnig textiel zodat ik ze kan gebruiken om de geschiedenis, de hedendaagse activiteiten en de toekomst van wol in Zwolle en omgeving verder te vertellen. Daarna worden de mutsen verkocht. De opbrengst is dan opnieuw voor de schaapskudde van het Landschap Overijssel.’