OOST& Kledinghuis en Binthout over de coronacrisis
5 juni 2020 | De coronacrisis heeft een enorme impact op onze (circulaire) maatschappij. We vroegen onze partners wat het effect van deze crisis is op hun bedrijf of organisatie en hoe ze ermee omgaan. Deel 2: Karin van Oosten van NaaiLAB maakte met 250 vrijwilligers 14.000 mondkapjes en Karst Klein van Binthout verwacht dat er meer belangstelling zal komen voor duurzame materialen uit de eigen omgeving:
Karin van Oosten, eigenaar van NaaiLAB en OOST& Kledinghuis en Opleidingen:
‘”Hoe kan ik bijdragen?”, vroeg ik me af aan het begin van de coronacrisis. Ik besloot mondkapjes te gaan maken en gratis te verstrekken aan organisaties en instellingen. In samenwerking met huisartsen is het model ontwikkeld en het benodigde materiaal gekozen. De mondkapjes zijn enkellaags en er is ruimte voor een dubbelgevouwen keukenrol als filter. Ze zijn van verpleegsterskatoen en kookvast elastiek, je kunt ze wassen op 90 graden en op die manier voortdurend hergebruiken.
Een crowdfundactie leverde zo’n 5000 euro op, daar konden we het materiaal van aanschaffen. Een reportage op RTV Oost leverde honderden vrijwilligers op. In de beginperiode zijn mijn dochter en ik vooral bezig geweest met het uitdelen van pakketten voor de makers en het innemen van gemaakte mondkapjes. In totaal hebben we met 250 vrijwilligers zo’n 14.000 mondkapjes gemaakt en verdeeld bij instellingen in de wijde regio. Zorginstellingen, gehandicaptenzorg, fysiotherapiepraktijken, zorgboerderijen en huisartsenpraktijken van Hoogeveen tot Apeldoorn en verder. We hebben dag en nacht gewerkt. Het voelde goed. Ik heb niet alleen bijgedragen, maar ook anderen de kans gegeven om te kunnen bijdragen.
We moeten wachten hoe lang deze crisis gaat duren. De lessen had ik direct afgezegd, maar na drie weken ben ik wel weer begonnen om opdrachten en herstelwerkzaamheden aan te nemen. Verder wil ik snel starten met de opleidingen van OOST&, mijn nieuwe duurzame reparatie- en productieproject, waarmee ik mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans op een beroepscertificaat wil bieden. Binnenkort krijg ik uitsluitsel over toe te kennen subsidies. Er hebben zich al spontaan twee deelnemers aangemeld en met andere samenwerkingspartners ben ik in gesprek. Ik wil in september graag starten met tien deelnemers.
De coronacrisis heeft ons allemaal een pas op de plaats doen maken. We zijn bewuster geworden van de manier waarop onze economie werkt en hoe afhankelijk we zijn van export en import. Het is goed om ons nu juist meer te richten op lokale en regionale, duurzame mogelijkheden. Als circulair ambachtsnetwerk zouden we daar op in kunnen spelen. Omdat de tijden heel onzeker zijn is het moeilijk om plannen te maken en activiteiten te plannen, maar je moet wel heel alert zijn op de kansen en mogelijkheden die zich ongetwijfeld voor gaan doen. We zijn in deze periode eventjes stilgezet. Hopelijk hebben we er wat van geleerd hebben en heeft het een blijvend, positief effect op de lange termijn.’
Karst Klein, eigenaar social enterprise Binthout, passie voor hout, mens en design:
‘In het begin schiet je in de stress. Ik dacht: ho, wat gebeurt er, wat is dit, hoe gaat het eruit zien. Maar na een paar dagen besefte ik dat je er eigenlijk helemaal geen invloed op hebt. Je kunt wel de hele bedrijfsvoering omgooien, maar het heeft geen zin. Je weet niet wat je redden moet.
Omdat we nog een redelijk aantal opdrachten in de portefeuille hadden zitten, loopt het hier tot nu toe nog redelijk door. We maken snijplanken, tafels, lampen en nu komen de klemborden voor de horeca ook weer wat op gang, nu restaurants en cafés weer beperkt open zijn. We laseren mondkapjes voor Naaiatelier Vanhulley. Er is voldoende werk voor onze tien medewerkers. Maar het wordt straks waarschijnlijk wel minder.
Er komt gewoon een grote crisis aan. Die voelen we nog niet, maar we moeten ons wel voorbereiden op wat we straks nog kunnen doen. Ik weet nog niet hoe we het moeten oppakken. Afhankelijk van hoe het gaat lopen, verzin ik er wel weer wat op. We vinden wel weer een manier om op de realiteit in te haken. Ik lees me in, bekijk de trends, onderzoek de markt en bel klanten om te vragen hoe het met hen gaat. Zo bereid ik me voor op de toekomst waarover nog niemand een zinnig woord kan zeggen.
Ik merk dat deze periode de mensen wel tot nadenken stemt. Ze staan stil bij de vraag: waar gaat ons geld naar toe en hoe kunnen we ons geld inzetten. We roepen altijd al dat elke euro die je uitgeeft een keuze is, maar mensen begrijpen dat nu beter dan daarvoor. Ze zijn bewuster. Verder beseft men dat het lastig en kwetsbaar is om alles maar uit het buitenland te halen. Ik denk dat er veel meer belangstelling zal komen voor grondstoffen en materialen uit de eigen omgeving, omdat die een stuk duurzamer zijn. Ik merk dat er heel veel draagvlak is voor lokale en sociale ondernemingen en ambachten.
Als partners van WaardeRing moeten we gewoon proberen door te gaan met wat we doen. Kansen bieden voor mensen en materialen. Zorgen dat we zichtbaar blijven, kijken wat we nog meer kunnen doen. Ook al is dat een hele uitdaging momenteel.
Door deze crisis heb ik me toch wel danig achter de oren gekrabd over ons economisch model. Als wij binnen een paar weken zoveel markt kunnen verliezen, wat betekent dan eigenaarschap, wat betekent bezit, hoe waardeer je je spullen. In mijn beleving geeft de coronacrisis wel een heel gezonde blik op de wereld. Als we een paar weken niets kopen, krimpt de economie fors. En wát moet je dan kopen. Eind maart kwam de gedachte op om bloemetjes voor moederdag te gaan laseren. Maar ja, als ons economisch model is gebouwd op het verkopen van rotzooi, of op het verkopen om het verkopen, dan krijgen we snel een probleem. Dat vond ik wel een eyeopener. Wat heeft welke waarde en waarom? Ik woon tussen boeren die nu vijf euro voor een kalfje krijgen. Dat soort pijnlijke dingen komen nu aan de oppervlakte.
De maatschappij verandert. Ik hoop van harte dat mensen tot nieuwe inzichten komen en dat spullen anders worden gewaardeerd. Ik denk dat het niet anders kan. Maar we zullen het gewoon af moeten wachten. Ondertussen gaat Binthout gewoon door met waarde toevoegen aan mensen en producten en grondstoffen. Als we dat kunnen blijven doen en daar ons brood mee kunnen blijven verdienen, dan ben ik tevreden.’
Binthout lasert mondkapjes voor Naaiaterlier Vanhulley